Schrijf 15 woorden op het bord die de leerlingen al kennen en waar ze mee moeten oefenen.
Laat iedere leerling op een blaadje er willekeurig 8 overschrijven.
Geef nu mondeling telkens van 1 woord de betekenis. (zelf goed bijhouden welke woorden je hebt omschreven!)
Herkent de leerling het woord dat hij heeft opgeschreven, dan mag hij er een kruisje bij zetten.
Heb je alle 8 woorden aangekruist? Dan heb je bingo!